Pacifisch Colombia: tussen sterren en soldaten | deel 1

Ik 2019 bezoek ik nationaal park Uramba Bahía Málaga, in de gemeente Buenaventura aan de Pacifische kust van Colombia. De reputatie van dit havengebied is niet mals: ze wordt geteisterd door drugs- en bendegeweld, guerillabewegingen en paramilitaire groeperingen. Toch begint het tij langzaam te keren: er ontstaan steeds meer duurzame toeristische initiatieven. Wie dieper de regio induikt vindt een ongerepte jungle en een oceaan vol verrassingen. 

Een ruwe boottocht

Ik reis naar Buenaventura op aanraden van een gids in de salsastad Cali. Volgens hem kan ik aan de Pacifische kust proeven van een stuk Colombia dat nog niet door toeristen wordt overstroomd. Dat laat ik me uiteraard geen twee keer zeggen. Nog dezelfde dag neem ik een busje richting het Westen, naar de haven.

Vanaf hier ga ik per boot verder naar nationaal park Uramba Bahía Málaga. Het park beslaat 147m2 aan land- en kustgebieden en staat bekend als een belangrijke plek voor de migratie en voortplanting van bultruggen. Hierdoor heb je van juni t/m oktober een goede kans om walvissen te spotten. Naast deze giganten vind je hier een grote verscheidenheid aan reptielen, vogels en kleine zeedieren. 

De tocht over het water is ruw. Het stormt en we beuken driftig op en neer terwijl we de golven trotseren. Hout piept en kraakt. De schipper en mijn medepassagiers lijkt het niet te deren. Logisch, dit soort weersomstandigheden zijn de costeños, de kustbewoners, niet vreemd. Buenaventura heeft een tropisch regenwoudklimaat en is een van de meest regenrijke gebieden ter wereld. De veranderlijkheid van het weer gaat hier gelijk op met de schommelingen in de sociale situatie.

Zwemmen tussen de sterren

Al van veraf zie ik het opdoemen: Pacifico Hostel, gelegen aan de rand van een klif, met de jungle als achtertuin, pal aan de Stille Oceaan. Dit ecohostel opende haar deuren in 2016, met als doel om meer backpackers naar de regio te trekken. En dat is goed gelukt: om een plekje te bemachtigen, dien je minimaal twee weken van tevoren te reserveren. Wanneer ik aankom, word ik onthaald door medewerker Matteo Toro . ‘Bienvenido al paraíso!’ roept hij uit, met een lach op zijn gezicht. ‘Welkom in het paradijs!’ Zijn pretoogjes worden uitvergroot door zijn bril met dik, zwart montuur.

Het hostel bestaat uit negen houten huisjes met geribbelde plastic platen die als dak fungeren. Rondom het stapelbed waarin ik slaap hangt een witgele klamboe, met her en der een gat dat provisorisch is dichtgeplakt met een stuk duct tape. Wanneer ik mijn spullen uitpak, klinkt er een kakefonie van geluiden om me heen: tjirpende krekels, ritselende bladeren en een ruisende oceaan. Ik wil een bericht naar mijn moeder sturen om te vertellen dat ik goed ben aangekomen, maar er is geen netwerk beschikbaar. Glimlachend leg ik mijn telefoon weg. Het voelt alsof ik aan het einde van de wereld ben beland. 

’s Avonds klaart de lucht op en doet de eb haar intrede. Waar de klif langs het hostel eerst in de golven stortte, is nu een klein strand tevoorschijn gekomen. De kalme oceaan nodigt uit tot een duik. Als ik me in het zwarte, koele water beweeg, flakkeren er talloze groene lichtjes om me heen. Dit spektakel wordt veroorzaakt door noctiluca scintillans, lichtgevend plankton. Het is magisch. Ik kan niet zien waar de oceaan begint of de hemel eindigt. Ik zwem tussen de sterren.

Foto via https://www.pacificohostel.com/

Jungletrek

De volgende ochtend besluit ik om naar het nabijgelegen dorpje Juanchaco te lopen. Matteo raadt me aan mijn schoenen uit te laten. Als ik me even later een weg baan door de jungle, begrijp ik waarom. Ik zak regelmatig tot aan mijn enkels weg in de modder. Hier en daar liggen boomstammen die als brug fungeren over een van de vele beekjes. Soms heb ik minder geluk en moet ik ze met mijn rugzak boven mijn hoofd doorwaden. Het smalle pad dat ik volg wordt omgeven door hoge, groene planten vol slakken en insecten. Ondanks de afgelegenheid van dit gebied, zijn menselijke sporen in de lucht te ontwaren. Om de zoveel tijd kom tijd kom ik een hoogspanningsmast tegen, die met hun dikke kabels de schakel zijn tussen natuur en de moderne samenleving.  

Twee uur later kom ik aan in het kleine vissersdorp, bestaande uit een paar zandwegen die op de Pacifische kust uitkijken. Tussen de felgekleurde huizen liggen boten vol netten en hengels te wachten om het water op te gaan. Verschillende winkels verkopen verse vis. Je kunt ook zelf proberen je maaltje te vangen: voor een paar euro kun je een dag met een visser mee. Wat opvalt, is de enorme hoeveelheid puin waarmee het strand bezaaid is. Blikjes, plastic flessen, versplinterd hout. In de Pacifische kust wordt veel afval in de oceaan gedumpt, dat vervolgens hier aanspoelt. Een aantal keer per jaar wordt er een strandschoonmaak georganiseerd, maar langdurige effecten blijven uit.

Mijn aandacht wordt getrokken door een klein winkeltje met een houten uithangbord waar in oranje letters ‘Coco’ opgeschilderd staat. Ik loop naar binnen, waar ik begroet wordt door een goedlachse eigenaresse. Ze verkoopt glazen flesjes kokosolie, afgedopt met een bruine kurk. ‘Tweemaal daags insmeren in je haar, dan wordt het net zo soepel als dat van mij!’ verzekert ze me, terwijl ze trots haar dikke, zwarte toont. Op hoop van zegen koop ik een flesje. Het effect op mijn haar blijkt later minimaal.  

Foto via MayJen__ op Unsplash

Het vervolg

Dit voorspoedige begin van mijn reis in het ogenschijnlijke paradijs in Pacifisch Colombia neemt verder op de dag een keerpunt, wanneer ik in een ongeluk terecht kom. Ik beland in het ziekenhuis en zit vanwege een storm vast in Juanchaco, zonder geld of telefoon. Nieuwsgierig? Lees verder in deel 2 van ‘Pacifisch Colombia: tussen Sterren & Soldaten’.

Related posts

Reisroute Peru & Bolivia: 6 weken

Reisroute Argentinië & Chili: 6 weken